Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
J.D. Streefkerk als leden, in tegenwoordigheid van S.C. Scholten als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2023.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de berekening van de WIA-uitkering van betrokkene. Het Uwv had eerder een uitkering op grond van de Wet WIA geweigerd, maar na bezwaar werd een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. De berekening van het dagloon was echter omstreden, omdat het Uwv de inkomsten uit een stage bij [naam 1] B.V. als loon had aangemerkt. Betrokkene was van mening dat deze inkomsten niet meegeteld moesten worden bij de berekening van het dagloon, omdat het om een stage ging die niet als dienstbetrekking kon worden beschouwd.
De rechtbank Amsterdam had in een eerdere uitspraak het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het Uwv ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, stellende dat de stage wel degelijk als fictieve dienstbetrekking moest worden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van het Uwv gevolgd en geoordeeld dat de stageovereenkomst en de omstandigheden van de stage zodanig waren dat de inkomsten als loon moesten worden aangemerkt. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene tegen het Uwv-besluit ongegrond.
De uitspraak benadrukt de criteria voor het aanmerken van stage-inkomsten als loon en de toepassing van de relevante wetgeving, waaronder de Wet WIA en het Dagloonbesluit. De Raad concludeert dat het Uwv terecht de stage-inkomsten heeft meegenomen in de berekening van het dagloon, waardoor de eerdere beslissing van de rechtbank niet stand kon houden.