Uitspraak
18 4325 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
K.M.P. Jacobs als leden, in tegenwoordigheid van Y.S.S. Fatni als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor woonkosten door het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort. De appellant, die met zijn gezin moest verhuizen vanwege de sloop van zijn oude woning, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter hoogte van € 150,-. Het college had deze aanvraag afgewezen, omdat de huurtoeslag, die de appellant ontving, als een toereikende en passende voorliggende voorziening werd beschouwd volgens artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet (PW). De Raad oordeelde dat de huurtoeslag voldoende was om de woonkosten te dekken, en dat er geen zeer dringende redenen waren die het college verplichtten om bijzondere bijstand te verlenen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad benadrukte dat de appellant niet kon aantonen dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijstand noodzakelijk maakte, en dat de omstandigheden rondom de verhuizing en de hogere woonlasten niet voldoende waren om een uitzondering te maken op de regels van de PW.