ECLI:NL:CRVB:2021:3132
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht en terugvordering van toeslag op basis van pensioeninkomsten van appellant woonachtig buiten de EU
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Rusland, ontving een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en een toeslag op zijn WIA-uitkering op basis van de Toeslagenwet (TW). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant zijn informatieplicht heeft geschonden door niet te melden dat hij vanaf 1 januari 2018 pensioeninkomsten ontving van AEGON. Hierdoor heeft hij ten onrechte een toeslag ontvangen die met terugwerkende kracht moest worden herzien en teruggevorderd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv appellant niet had gehoord in bezwaar, maar de Centrale Raad oordeelde dat dit gebrek niet tot benadeling van appellant had geleid, aangezien hij in hoger beroep zijn standpunten alsnog had kunnen toelichten.
De Raad bevestigde de beslissing van het Uwv om de toeslag te verlagen en het teveel betaalde bedrag terug te vorderen. Tevens werd een boete van 50% van het benadelingsbedrag opgelegd, omdat appellant had nagelaten zijn pensioeninkomsten tijdig door te geven. De Raad oordeelde dat appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn pensioeninkomsten invloed hadden op zijn recht op toeslag. De uitspraak benadrukt de verplichting van de appellant om wijzigingen in zijn inkomenssituatie te melden en bevestigt de bevoegdheid van het Uwv om een boete op te leggen bij schending van de inlichtingenplicht.