Uitspraak
19.5209 AW, 20/714 AW
OVERWEGINGEN
LFNP-functies. De betrokken ambtenaar zal aannemelijk moeten maken dat hij binnen het bereik van de andere functie is gekomen door het feitelijk uitoefenen van de niveaubepalende elementen van die andere functie. Het gaat daarbij met name om die niveaubepalende elementen van de andere functie, waarin het verschil tussen de huidige en de beoogde functie tot uitdrukking komt. Door de onderlinge verwevenheid van de niveau-indicatoren en de te behalen resultaten die daarmee samenhangen, is voor een succesvolle aanvraag in de zin van deze regeling noodzakelijk dat het bevoegd gezag op basis van alle feiten en omstandigheden van de aanvraag kan vaststellen dat de betrokken ambtenaar door zijn feitelijke werkzaamheden daadwerkelijk en herkenbaar aan de niveaubepalende elementen van die andere functie heeft voldaan. Volgens de toelichting betekent dit dat de ambtenaar in beginsel moet kunnen aantonen dat aan alle niveaubepalende elementen van de andere functie is voldaan.
alleniveaubepalende elementen kan worden vastgehouden. Het hangt in deze situaties af van de individuele weging van alle feiten en omstandigheden van de specifieke aanvraag of er sprake is van ‘in overwegende mate’ voldoen aan de niveaubepalende elementen van de andere functie. In de toelichting zijn ter verduidelijking enkele voorbeelden gegeven. Uiteindelijk geldt voor een succesvolle aanvraag een ondergrens, namelijk dat de kern van de functie in overwegende mate tot uitdrukking is gekomen. Het functiewaarderingssysteem biedt, aldus de toelichting, waardevolle aanknopingspunten voor de beoordeling van het bevoegd gezag of in overwegende mate is voldaan aan de niveaubepalende elementen van de kern van de beoogde functie en wat de zwaarte is van de diverse niveaubepalende elementen ten opzichte van elkaar.
LFNP-beschrijving het volgende:
LFNP-beschrijving het volgende:
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit van 29 augustus 2018;
- plaatst betrokkene met ingang van 7 september 2017 in de functie van Teamchef C en bepaalt dat zijn uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt de korpschef in de kosten van proceskosten van betrokkene, tot een bedrag van in totaal € 2.100,-;
- bepaalt dat de korpschef betrokkene het door hem in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 429,- vergoedt.