ECLI:NL:CRVB:2022:1124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor plaatsing in functie van Medewerker Tactische Opsporing en Medewerker GGP
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.D. Dane, had een aanvraag ingediend om te worden geplaatst in de functie van Medewerker Tactische Opsporing (Medewerker TO) of Medewerker GGP, beide in salarisschaal 6. De korpschef van politie heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat de feitelijke werkzaamheden van de appellant niet voldeden aan de niveaubepalende elementen van de gevraagde functies. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft de argumenten van de korpschef gevolgd en geconcludeerd dat de werkzaamheden van de appellant niet in overwegende mate voldoen aan de vereisten voor de functies Medewerker TO en Medewerker GGP. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant, hoewel hij zelfstandig werkzaamheden verrichtte, niet over de vereiste kennis en ervaring beschikte om de taken van de gevraagde functies volledig zelfstandig uit te voeren. De Raad heeft ook opgemerkt dat de appellant zijn werkzaamheden volledig op het politiebureau verrichtte, wat niet overeenkomt met de vereisten voor de functie Medewerker GGP, die ook taken buiten het bureau omvat.
De uitspraak bevestigt dat de korpschef de juiste beslissing heeft genomen en dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.