ECLI:NL:CRVB:2020:2141
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.E. Fortuin
- B.V.K. de Louwals
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaald verzoek om voorlopige voorziening in het kader van WAZ-uitkering
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.C.S. Grégoire, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, die op 24 januari 2020 het verzoek om een WAZ-uitkering had afgewezen. Verzoeker had eerder op 14 december 2018 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsuitkering zelfstandigen (WAZ), maar het Uwv had deze aanvraag afgewezen op basis van onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft op 7 april 2020 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. Op 28 augustus 2020 diende verzoeker opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening in, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de ingediende documenten geen nieuwe informatie bevatten die de eerdere afwijzing konden onderbouwen. De voorzieningenrechter benadrukte dat een herhaald verzoek alleen kan worden toegewezen als er sprake is van nieuwe feiten of ernstige onvolkomenheden in de eerdere uitspraak. In dit geval was dat niet aan de orde, en daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 7 september 2020.