ECLI:NL:RBLIM:2023:5222
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een herhaald verzoek om voorlopige voorziening inzake woningsluiting op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het tweede verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening afgewezen. De zaak betreft een woningsluiting op basis van de Opiumwet, waarbij de burgemeester van Maastricht de woning van de verzoeker heeft gesloten voor de duur van drie maanden vanwege het aantreffen van 1,5 kilogram softdrugs. De verzoeker had eerder een voorlopige voorziening aangevraagd, die was toegewezen, maar de burgemeester heeft het besluit om de woning te sluiten gehandhaafd. De verzoeker heeft aangevoerd dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die een herhaald verzoek rechtvaardigen, waaronder financiële schade, een Wmo-indicatie en zijn kwetsbaarheid. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die een herhaald verzoek rechtvaardigen. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk en evenredig is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, waardoor de sluiting van de woning op 5 september 2023 kan plaatsvinden. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.