ECLI:NL:RBZWB:2023:8485
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking uitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens recht op uitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom was ingetrokken. Het college had op 25 mei 2023 besloten om het recht op uitkering van de verzoeker per 1 mei 2022 in te trekken. Hiertegen had de verzoeker bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat op 11 juli 2023 werd afgewezen. Op 18 oktober 2023 verklaarde het college het bezwaar ongegrond, waarna de verzoeker beroep instelde en opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening indiende.
De voorzieningenrechter constateerde dat het verzoek om voorlopige voorziening herhaald was en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren aangedragen die een herbeoordeling rechtvaardigden. De voorzieningenrechter wees erop dat de beslissing op een verzoek om voorlopige voorziening in beginsel geldt tot de uitspraak in de bodemprocedure en dat een herhaald verzoek alleen kan worden toegewezen bij nieuwe relevante feiten of ernstige onvolkomenheden in de eerdere uitspraak. Aangezien de verzoeker geen reactie had gegeven op een verzoek om toelichting van 9 november 2023, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.