Uitspraak
17.6802 PW, 17/6803 PW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant ontving sinds 1 januari 2010 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Tijdens een regulier heronderzoek in januari 2016 werd vastgesteld dat de appellant gokactiviteiten had, wat leidde tot een verzoek om bankafschriften. De appellant voldeed hier niet aan, wat resulteerde in de opschorting en intrekking van zijn bijstandsverlening. Het college van burgemeester en wethouders van Weesp heeft de bijstand van de appellant met terugwerkende kracht ingetrokken en een boete opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van zijn gokactiviteiten en de daarmee verkregen inkomsten. De appellant heeft betoogd dat het college onterecht bankafschriften heeft opgevraagd en dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan door andere documenten te overleggen. De Raad oordeelt echter dat het college gerechtigd was om de bankafschriften op te vragen, gezien de concrete feiten die aanleiding gaven tot twijfel over de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. De Raad bevestigt dat de opgelegde boete van € 1.160,- evenredig is aan de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de appellant.
De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De Raad benadrukt dat de verslavingsproblematiek van de appellant geen dringende reden vormt om van terugvordering af te zien, aangezien deze niet het gevolg is van de terugvordering zelf.