ECLI:NL:CRVB:2018:1714
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-aanvulling in verband met de kostendelersnorm en de gevolgen voor AOW'ers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van appellante, die sinds 1 juli 2015 geen recht meer had op deze uitkering vanwege de toepassing van de kostendelersnorm. Appellante, geboren in 1934, ontving een AOW-pensioen, maar door de kostendelersnorm, die van toepassing is wanneer meerdere meerderjarige personen in dezelfde woning verblijven, werd haar bijstandsnorm verlaagd. De Raad oordeelde dat de toepassing van de kostendelersnorm niet in strijd is met het non-discriminatiebeginsel en dat er geen ongerechtvaardigde ontneming van eigendom plaatsvond. Appellante voerde aan dat de kostendelersnorm haar mantelzorgsituatie frustreert en dat de intrekking van de AIO-aanvulling een onevenredig zware last voor haar vormt. De Raad oordeelde echter dat de wetgever met de kostendelersnorm rekening houdt met de voordelen van het delen van kosten en dat de financiële situatie van appellante niet zodanig was dat deze als buitensporig kon worden aangemerkt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees de beroepsgronden van appellante af.