ECLI:NL:CRVB:2017:3291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm op AIO-aanvulling in verband met inwonende dochter met salaris uit pgb van haar moeder
In deze zaak gaat het om de toepassing van de kostendelersnorm op de AIO-aanvulling van appellante, die samenwoonde met haar meerderjarige dochter. Appellante ontving een gedeeltelijk ouderdomspensioen en een AIO-aanvulling, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) verlaagde haar AIO-aanvulling op basis van de kostendelersnorm, omdat zij haar hoofdverblijf deelde met haar dochter. Appellante stelde dat deze toepassing in strijd was met het discriminatieverbod en dat er geen ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt mocht worden tussen AOW-ers en AIO-aanvullers. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de kostendelersnorm rechtmatig was toegepast en dat er geen sprake was van ongerechtvaardigd onderscheid. De Raad bevestigde dat de wetgever met de kostendelersnorm rekening houdt met de voordelen van het delen van kosten in een huishouden, ongeacht de redenen voor het samenwonen. De Raad oordeelde verder dat de zorgovereenkomst tussen appellante en haar dochter niet gelijkgesteld kon worden aan een huur- of kostgangersovereenkomst, en dat de wetgever bewust had gekozen om mantelzorgsituaties niet uit te zonderen van de kostendelersnorm. De hoger beroepen van appellante werden afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbanken werden bevestigd.