ECLI:NL:CRVB:2016:3873
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm in het kader van bijstandsverlening en eigendomsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de verlaging van de bijstandsuitkering van appellant op basis van de kostendelersnorm werd gehandhaafd. Appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, woont bij zijn moeder en ontvangt 50% van de norm voor gehuwden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verlaging van de bijstand niet in strijd is met het eigendomsrecht van appellant, zoals gewaarborgd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad stelt vast dat de wetgever met de invoering van de kostendelersnorm een legitieme doelstelling heeft nagestreefd, namelijk het houdbaar en toegankelijk houden van de bijstand. De Raad concludeert dat er geen sprake is van een onevenredig zware last voor appellant en dat de verlaging van de bijstand rechtmatig is. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.