ECLI:NL:CRVB:2017:2408
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor wegens onvoldoende verantwoording door appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen van het Zorgkantoor Menzis, heeft geen deugdelijke verantwoording afgelegd over de besteding van het pgb in 2012. Het Zorgkantoor had appellant een pgb van € 18.121,71 verleend, maar na onderzoek bleek dat appellant niet kon aantonen dat hij de ontvangen zorg daadwerkelijk had gekregen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de tweede helft van 2012 contante betalingen heeft verricht aan de zorgaanbieder Pre-Active, terwijl hij geen zorg had ontvangen. Het Zorgkantoor heeft daarop het pgb vastgesteld op nihil en de onverschuldigd betaalde voorschotten teruggevorderd. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat appellant verantwoordelijk is voor de verantwoording van het pgb, ook al had hij de administratie uitbesteed aan Pre-Active. De Raad concludeerde dat het Zorgkantoor terecht tot terugvordering is overgegaan, omdat appellant niet aan zijn verplichtingen had voldaan.