ECLI:NL:CRVB:2017:2815
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling en terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor zonder deugdelijke verantwoording
In deze zaak gaat het om de vaststelling en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor Menzis. Appellant, die een pgb van € 15.978,15 had ontvangen voor het jaar 2013, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Zorgkantoor waarin werd gesteld dat hij een bedrag van € 10.028,15 moest terugbetalen. Het Zorgkantoor had vastgesteld dat appellant slechts € 5.700,- had verantwoord, terwijl hij geen deugdelijke verantwoording had afgelegd voor de overige uitgaven. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant had een organisatie ingeschakeld om de verantwoording van het pgb te verzorgen, maar de Raad oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor de verantwoording bij appellant zelf ligt. De Raad concludeerde dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor de besteding van het pgb aan zorg en dat het Zorgkantoor terecht tot terugvordering was overgegaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.
De uitspraak benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de budgethouder voor de verantwoording van het pgb, ook als een derde partij is ingeschakeld. De Raad oordeelde dat de belangenafweging door het Zorgkantoor correct was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.