ECLI:NL:CRVB:2017:3944
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling en terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor na afkeuring van verantwoording
In deze zaak gaat het om de vaststelling en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor. Appellante ontving een pgb van € 17.115,58 voor zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 10 juli 2013. Het Zorgkantoor heeft de verantwoording van de besteding van het pgb afgekeurd en het pgb vastgesteld op nihil, met terugvordering van de reeds betaalde voorschotten. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij slachtoffer is geworden van pgb-fraude, waarbij haar zorgverleenster de pgb-regeling zou hebben vervalst. De Raad heeft geoordeeld dat appellante niet heeft voldaan aan de verplichtingen van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) en dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellante ongegrond. Tevens wordt het Zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante.