ECLI:NL:CRVB:2017:1556
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering en beoordeling draagkracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering over het jaar 2014 door het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade. Appellanten, een echtpaar dat samen een huishouding voerde, hadden bijzondere bijstand aangevraagd ter hoogte van € 1.914,38. Het college heeft de aanvraag afgewezen op basis van de vaststelling dat het gezamenlijk jaarinkomen van appellanten boven de bijstandsnorm lag, waardoor zij voldoende draagkracht zouden hebben om in de kosten te voorzien.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben appellanten zich tegen deze uitspraak gekeerd, waarbij zij betoogden dat het college ten onrechte geen rekening had gehouden met hun schulden bij de beoordeling van hun draagkracht. De Raad heeft vastgesteld dat het college een zekere beoordelingsvrijheid heeft bij het bepalen van de draagkracht en dat het beleid van het college is om geen rekening te houden met schulden, tenzij er sprake is van een schuldsaneringsregeling.
De Raad heeft geoordeeld dat het college de draagkracht van appellanten correct heeft berekend en dat er geen aanleiding was om af te wijken van het beleid. De beroepsgronden van appellanten zijn verworpen, en de Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.