Uitspraak
PROCESVERLOOP
.Appellant heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het dagelijks bestuur heeft met een besluit van 9 juli 2020 (bestreden besluit 1) aan appellant periodieke bijzondere bijstand toegekend van maximaal € 93,67 voor de maandelijkse kosten van beschermingsbewind en mentorschap voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusies en gevolgen
BESLISSING
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Het dagelijks bestuur stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.
a. een alleenstaande of een alleenstaande ouder: € 366,20
Onverminderd paragraaf 2.2., heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, bedoeld in artikel 36, de studietoeslag, bedoeld in artikel 36b, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt van de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn. Het dagelijks bestuur bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen.