ECLI:NL:CRVB:2015:2844
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WIA-uitkering wegens simulatie en schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een WIA-uitkering aan appellante, die ten onrechte was verstrekt met ingang van 3 april 2007. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aannemelijk heeft gemaakt dat appellante haar arbeidsongeschiktheid heeft gesimuleerd en haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. Appellante, die in april 2005 wegens psychische klachten uitviel als administratief medewerkster, had in 2006 een WIA-uitkering aangevraagd. De verzekeringsarts concludeerde dat er twijfels waren over haar psychische toestand, wat leidde tot een expertiserapport van psychiater N. van Loenen, waarin een waanstoornis en depressieve stoornis met psychotische kenmerken werden vastgesteld.
In 2011 werd appellante uitgenodigd voor een medisch heronderzoek, maar zij weigerde medewerking aan een observatie in het ziekenhuis. Het Uwv trok daarop de WIA-uitkering in, omdat er gerede twijfel bestond over haar arbeidsongeschiktheid. Appellante maakte bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn besluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, en appellante ging in hoger beroep. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv terecht de uitkering met terugwerkende kracht heeft ingetrokken, omdat appellante haar arbeidsongeschiktheid heeft voorgewend. De Raad benadrukte dat de intrekking van de uitkering in overeenstemming is met de wetgeving en dat er geen beletsel is voor het Uwv om deze beslissing te nemen.