ECLI:NL:CRVB:2015:4446
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WIA-uitkering wegens simulatie en onjuiste informatieverstrekking
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WIA-uitkering van appellant met terugwerkende kracht. Appellant, die in oktober 2005 arbeidsongeschikt raakte door fysieke en later psychische klachten, had in 2008 een WGA-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft echter vastgesteld dat appellant op 4 oktober 2007 niet arbeidsongeschikt was en dat de verstrekte uitkering berustte op simulatie. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat appellant onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn gezondheidstoestand. De Raad oordeelt dat de conclusies van de verzekeringsartsen, met name die van psychiater H. Kondakçi, overtuigend zijn en dat er geen sprake was van een psychiatrische aandoening op de relevante datum. De Raad stelt vast dat de verstrekking van de uitkering aan appellant in een rechtstreeks oorzakelijk verband moet worden gezien met zijn simulatie, waardoor ten onrechte uitkering aan hem is verstrekt. De Raad bevestigt dat er geen beletsel is voor het Uwv om de WIA-uitkering met terugwerkende kracht in te trekken.