ECLI:NL:CRVB:2014:455
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.F. Bandringa
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van onvoldoende middelen en onjuiste opgave van inkomsten uit verhuur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstandsuitkering aangevraagd na een afwijzing van een aanvraag voor een uitkering op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. De appellant ontving algemene bijstand en bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag. Echter, na een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog besloten om de bijstand van de appellant in te trekken en terug te vorderen, omdat hij beschikte over voldoende middelen om in zijn levensonderhoud te voorzien.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet correct heeft gerapporteerd over zijn inkomsten uit verhuur van een recreatiewoning. Ondanks dat hij verplicht was om maandelijks zijn netto-inkomsten op te geven, heeft hij geen juiste opgave gedaan van zijn werkelijke inkomsten. Het college heeft op basis van een onderzoek, dat onder andere bestond uit dossieronderzoek en een huisbezoek, geconcludeerd dat de appellant meer inkomsten had dan hij had opgegeven. De Raad oordeelde dat de appellant in strijd heeft gehandeld met zijn inlichtingenverplichting en dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en teruggevorderd.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant over voldoende middelen beschikte om in zijn noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien. De Raad heeft ook geoordeeld dat het college niet in strijd heeft gehandeld met het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel, aangezien de appellant duidelijk had moeten zijn dat hij bewijsstukken van zijn inkomsten diende te verzamelen. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en nauwkeurigheid bij het rapporteren van inkomsten in het kader van bijstandsverlening.