Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 oktober 2024 in de zaak tussen
de minister van Economische Zaken
en
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid)
Procesverloop
Q1 2022 aanvragen voor een subsidie op grond van de TVL ingediend. De minister heeft de aanvankelijk verleende subsidies voor deze kwartalen op nihil vastgesteld en de betaalde voorschotten teruggevorderd. Volgens de minister is namelijk niet voldaan aan het vereiste uit de TVL dat sprake is van 20% (voor Q4 2021) respectievelijk 30% (voor Q1 2022) omzetverlies. De minister heeft voor de berekening van het omzetverlies de omzet van het proeflokaal en van de slijterij, zoals die volgen uit de gegevens van de Belastingdienst, bij elkaar opgeteld. De onderneming is het daar niet mee eens.
Beslissing
Bijlage
5. Als omzet van de getroffen MKB-onderneming wordt beschouwd het bedrag ten aanzien waarvan de getroffen MKB-onderneming aangifte doet voor de omzetbelasting, overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968. Tevens wordt als omzet beschouwd omzet die niet in een aangifte omzetbelasting gerapporteerd wordt, maar op eenvoudige en duidelijke wijze blijkt uit de financiële administratie of uit een ander bewijsstuk van de getroffen MKB-onderneming.