ECLI:NL:CBB:2023:697
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op basis van omzetgegevens in het kader van de TVL-regeling
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 december 2023, zaaknummer 22/1410, werd de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) beoordeeld. De ondernemer, ingeschreven als eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel, had een aanvraag ingediend voor een TVL-subsidie voor het vierde kwartaal van 2021, maar de minister van Economische Zaken en Klimaat had deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de ondernemer niet voldeed aan het vereiste van ten minste 20% omzetverlies, zoals vastgesteld aan de hand van de aangiften omzetbelasting.
De ondernemer voerde aan dat alleen de omzet van zijn schildersbedrijf in aanmerking genomen moest worden en dat de omzet uit verhuuractiviteiten buiten beschouwing gelaten diende te worden. De minister daarentegen stelde dat de aangiften omzetbelasting gebruikt moesten worden voor het bepalen van de omzet en dat er geen mogelijkheid was om hiervan af te wijken. Het College oordeelde dat de minister terecht had gehandeld door de omzetgegevens van de Belastingdienst te gebruiken en dat de ondernemer niet kon aantonen dat hij aan de voorwaarden voor de subsidie voldeed.
Het College concludeerde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen, omdat de ondernemer niet kon aantonen dat hij het vereiste omzetverlies had geleden. De uitspraak benadrukt het belang van de aangiften omzetbelasting in het kader van de TVL-regeling en bevestigt dat de minister niet verplicht is om af te wijken van deze gegevens zonder duidelijke bewijsstukken van de ondernemer. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en het beroep van de ondernemer werd ongegrond verklaard.