Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juni 2022 in de zaken tussen
V.O.F. [naam 1] , te [woonplaats 1] , appellante
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Aanleiding voor deze procedure
Op 15 december 2019 heeft zij daarnaast een vestiging geopend in [woonplaats 2] . Deze vestiging is toegevoegd aan het reeds bestaande KvK-nummer van appellante.
Standpunt appellante4.1 Appellante voert aan dat verweerder bij de bepaling van de referentieomzet ten onrechte alleen de omzet uit de vestiging in [woonplaats 1] heeft meegerekend. Hierdoor is de omzet in de subsidieperiodes uit twee vestigingen, vergeleken met de referentieomzet uit één vestiging, waardoor het lijkt alsof er weinig omzetverlies is. Appellante stelt dat verweerder de omzet uit de vestiging in [woonplaats 2] vanaf de opening op 15 december 2019 tot 15 maart 2020 bij de relevante referentieomzet van de vestiging in [woonplaats 1] had moeten optellen, in overeenstemming met artikel 2.1.2, derde lid onder b (voor Q4 2020) en artikel 2.2.2, derde lid, onder b (voor Q1 2021) van de TVL.
Standpunt verweerder
Vanaf Q2 2021 is in de TVL een keuzemogelijkheid opgenomen ten aanzien van de referentieperiode. Dit maakt echter niet dat verweerder deze mogelijkheid ook moet bieden voor Q4 2020 en Q1 2021. Op dit punt verwijst verweerder naar een uitspraak van het College van 26 oktober 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:962).
Beoordeling door het College
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit 1 ongegrond;
- verklaart het beroep tegen het herzieningsbesluit niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.518,-;
- draagt verweerder op het in de zaak 21/768 betaalde griffierecht van € 360,- aan appellante te vergoeden.
a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;
a. een getroffen MKB-onderneming die na 30 september 2019 en uiterlijk op 15 december 2019 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister: de omzet in
de drie kalendermaanden volgend op de maand van de start van de activiteiten;
b. een getroffen MKB-onderneming die na 15 december 2019 en uiterlijk op 29 februari 2020 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister: de omzet in de periode na de dag van de start van de activiteiten tot en met 15 maart 2020 gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met drie.
A x B x C x D.
a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;
a. een getroffen MKB-onderneming die na 31 december 2018 en uiterlijk op 30 september 2019 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister: de omzet in het eerste gehele kalenderkwartaal volgend op de maand van de inschrijving in het handelsregister;
b. een getroffen MKB-onderneming die na 30 september 2019 en uiterlijk op 30 november 2019 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister: de omzet in de drie kalendermaanden volgend op de maand van de inschrijving in het handelsregister;
c. een getroffen MKB-onderneming die na 30 november 2019 en uiterlijk op 29 februari 2020 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister: de omzet in de periode na de dag van de inschrijving in het handelsregister tot en met 15 maart 2020 gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met drie.