a. [naam 4] heeft tijdens het getuigenverhoor in de strafzaak tegen klager ten onrechte verklaard dat zij niet weet waarom er ten aanzien van 2009-2011 geen regeling was met betrekking tot de mandaten en bevoegdheden van budgethouders en dat zij het "moest doen met de regeling van 2013";
b. [naam 4] heeft tijdens het getuigenverhoor in de strafzaak tegen klager ten onrechte verklaard dat zij niet weet wie haar heeft verteld dat de regeling van 2013 bruikbaar was;
c. betrokkenen hebben ten onrechte geen antwoord gegeven op vragen van klager over de in de klachtonderdelen a en b genoemde verklaringen;
d. betrokkenen en hun advocaten spelen woordspelletjes door onduidelijkheid te scheppen over wie namens wie spreekt en stellingen inneemt;
e. [naam 2] , [naam 3] en [naam 5] hebben ten onrechte geen afstand genomen van de
verklaringen die [naam 4] in het getuigenverhoor in de strafzaak tegen klager heeft
afgelegd;
f. betrokkenen hebben twee persoonsgerichte onderzoeken uitgevoerd naar klager
zonder dat zij over een vergunning op grond van de Wet particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) beschikten;
g. betrokkenen hebben twee persoonsgerichte onderzoeken uitgevoerd, waarbij zij in
strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Algemene
Verordening Gegevensbescherming (AVG) zonder toestemming van klager zijn
persoonlijke gegevens hebben verwerkt;
h. [naam 4] heeft tijdens het getuigenverhoor in de strafzaak tegen klager onjuiste
verklaringen afgelegd;
i. [naam 2] , [naam 3] en [naam 5] hebben ten onrechte geen afstand genomen van de
verklaringen die [naam 4] tijdens het getuigenverhoor in de strafzaak tegen klager heeft afgelegd;
j. betrokkenen hebben in strijd met de Wbp en de Wpbr bewijsmateriaal, namelijk de
gespreksverslagen, verkregen, verwerkt en gebruikt;
k. betrokkenen hebben de gespreksverslagen ten onrechte niet aan klager verstrekt;
l. betrokkenen hebben de niet door geïnterviewden ondertekende gespreksverslagen
in de gevoerde tuchtprocedure ten onrechte aangeduid als verklaringen van de geïnterviewden;
m. betrokkenen hebben toegestaan dat het conceptrapport van 25 maart 2015 werd
gebruikt in de aangifte door de gemeente Rotterdam tegen klager;
n. betrokkenen hebben bepaalde incidenten niet gemeld bij de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) of gemeld op grond van de Nadere Voorschriften Non Compliance with Law and Regulations (hierna: NV NOCLAR);
o. betrokkenen hebben geen maatregelen getroffen om herhaling van deze incidenten te voorkomen;
p. betrokkenen hebben ten onrechte geen antwoord gegeven op vragen die klager in het kader van de lopende tuchtprocedures aan hen gesteld heeft.