1.11Aan het intrekkingsbesluit, zoals gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft AFM ten grondslag gelegd dat appellante niet meer voldoet aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. Volgens AFM heeft appellante artikel 4:9, eerste lid, van de Wft en artikel 4:10, eerste lid, van de Wft overtreden doordat [naam 5] ( [naam 5] ) in de periode van 1 januari 2015 tot 16 januari 2017 feitelijk het beleid van appellante bepaalde, ondanks dat zijn geschiktheid niet getoetst is in verband met de uitoefening van het bedrijf van appellante en zijn betrouwbaarheid niet buiten twijfel staat. Daarnaast heeft AFM geconcludeerd dat appellante artikel 4:11, tweede lid, van de Wft heeft overtreden omdat zij geen adequaat beleid heeft gevoerd dat de integere uitvoering van haar bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiële dienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiële dienstverlener of de financiële markten kunnen schaden. AFM heeft haar conclusie dat appellante artikel 4:11, tweede lid, van de Wft heeft overtreden, gebaseerd op de volgende bevindingen:
[naam 1] heeft [naam 5] ten onrechte niet aangemeld bij de AFM als beleidsbepaler. Dit is een overtreding van 4:26, eerste en negende lid, van de Wft, gelezen in samenhang met artikel 103, eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo).
[naam 1] verstrekt voorafgaand aan het huisbezoek misleidende informatie aan consumenten over de aanleiding om met hen contact op te nemen en over het doel van het huisbezoek. Dit is een overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft.
[naam 1] verstrekt feitelijk onjuiste informatie aan consumenten over haar hoedanigheid. Dit is een overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft.
[naam 1] verstrekt onduidelijke informatie over de kosten van haar dienstverlening. Dit is een overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft.
[naam 1] verstrekt feitelijk onjuiste informatie over het aantal (producten van) aanbieders waarover zij adviseert, de verplichtingen die zij tegenover aanbieders heeft en de beloning van haar adviseurs. Dit is een overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft.
[naam 1] verstrekt voorafgaand aan het verlenen van de beleggingsdiensten geen informatie over haar relatie met [naam 8] . Dit is een overtreding van artikel 4:20, eerste lid, van de Wft.
[naam 1] verstrekt voorafgaand aan het verlenen van een beleggingsdienst geen informatie over rechten van deelneming. Dit is een overtreding van artikel 4:20, eerste lid, van de Wft, gelezen in samenhang met artikel 58a, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 58c, eerste lid, van het BGfo.
[naam 1] verstrekt essentiële beleggersinformatie als bedoeld in artikel 115bb, derde lid, van het BGfo te laat en overtreedt daarmee deze bepaling.
[naam 1] draagt geen zorg voor een adequate behandeling van klachten van consumenten over de financiële diensten en producten van [naam 1] . Dit is een overtreding van artikel 4:17 van de Wft, gelezen in samenhang met artikel 41, eerste lid, en artikel 44 van het BGfo
[naam 1] heeft onvoldoende informatie ingewonnen over de financiële positie, doelstellingen, risicobereidheid en kennis en ervaring van haar cliënten. Dit is een overtreding van artikel 4:23, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wft.