Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 augustus 2019 in de zaak tussen
maatschap [naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 870.000,- gedaan in vergaande uitbreiding van haar melkveebedrijf. Zij zag geen aanleiding om af te zien van haar plannen ondanks het voorzienbare risico dat de op 2 juli 2015 publiekelijk aangekondigde productiebeperkende maatregelen het rendement van de investering in de (toen nog) te realiseren stal onder druk zou zetten. Dat appellante zich al sinds 2006 in een traject bevond om de verplaatsing en uitbreiding te realiseren en dat zij hiervoor al circa € 100.000,- aan advieskosten heeft gemaakt, maakt dit niet anders. Dat zij uit bedrijfsmatig oogpunt gehouden was te investeren in een nieuwe, grotere stal na 2 juli 2015, heeft zij niet onderbouwd.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.024,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan appellante te vergoeden.