dhr. mr.dr. J.J. Dammingh

Hoger beroep van Benta c.s. over borgtocht en verjaring van geldlening afgewezen; vorderingen niet toegewezen.

Hoger beroep over aansprakelijkheid voor schade door CL-besmetting bij schapen. Vonnis van de rechtbank vernietigd, vorderingen van [geïntimeerde] afgewezen.

Huurders hebben zonder toestemming ingrijpende verbouwingen aan de huurwoning aangebracht. Het hof bekrachtigt de ontbinding van de huurovereenkomst en stelt schadevergoeding vast op € 7.000,-.

Het hof vernietigt de borgtocht door de echtgenote van de bestuurder van een failliete BV, waardoor de vordering van de schuldeiser niet toewijsbaar is. Ook de tegenvordering van de bestuurder is slechts gedeeltelijk toewijsbaar.

Het hof oordeelt dat de ontbinding van de overeenkomst door MB niet gerechtvaardigd was en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij MB in de proceskosten wordt veroordeeld.

Hoger beroep over koopovereenkomst van schapen met CL-besmetting. Hof vraagt om nadere toelichting van deskundige over non-conformiteit en verjaring.

Het hof oordeelt dat de advocaat aansprakelijk is voor schadevergoeding aan de stichting, omdat hij niet conform afspraken heeft beheerd. Vordering van € 122.528,16 toegewezen, niet verjaard.

Het hof heeft de ontruiming van een woning toegewezen wegens aanhoudende overlast door [naam1] in het kader van een begeleid-wonentraject, ondanks eerdere afwijzing door de kantonrechter.

Het hof wijst de vorderingen van de curator af, omdat niet is aangetoond dat de schepenlift gebrekkig was en de schade niet voortvloeide uit schade aan een aan Strametco toebehorende zaak. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de curator in de proceskosten.

Het hof oordeelt dat Lefier niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens Behoud en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Geschil over verbouwingswerkzaamheden tussen opdrachtgever en aannemer; hof wijst vordering aannemer geheel toe en afwijzing schadevordering opdrachtgever in stand.

De rechtbank Arnhem oordeelt dat het boetebeding in de inleenovereenkomst onduidelijk is en dat [gedaagde] geen boete verschuldigd is voor het inschakelen van een zorgverlener zonder toestemming van [eiseres]. De vorderingen van [eiseres] worden afgewezen, en [gedaagde] krijgt een bedrag van € 935,00 toegewezen.