ECLI:NL:RVS:2023:1704
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in asielprocedure
Op 3 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 11 januari 2023 was genomen. Echter, op 28 maart 2023 heeft de staatssecretaris laten weten dat hij het bestreden besluit heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling in de nationale asielprocedure zal worden behandeld. Dit gebeurde omdat de overdrachtstermijn, zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Dublinverordening, was verstreken.
In reactie op de intrekking van het besluit heeft de vreemdeling zijn hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van de staatssecretaris. De Afdeling heeft in haar overwegingen aangegeven dat, volgens eerdere jurisprudentie, de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden wanneer hij, als gevolg van tijdsverloop, de asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek van de vreemdeling om proceskostenveroordeling werd afgewezen.
De uitspraak werd gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing werd vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.