ECLI:NL:RBZWB:2025:4550
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van dividendbelasting door buitenlandse beleggingsinstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een buitenlandse beleggingsinstelling en de inspecteur van de belastingdienst over de teruggaaf van dividendbelasting. De belanghebbende, gevestigd in Duitsland, had een beroepschrift ingediend tegen de afwijzing van zijn verzoek om teruggaaf van dividendbelasting over het jaar 2023. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht geen teruggaaf heeft verleend. De rechtbank baseert haar oordeel op de uitleg van het Unierecht en de rechtspraak van de Hoge Raad, die stelt dat buiten Nederland gevestigde beleggingsinstellingen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie te stellen, en heeft de argumenten van de belanghebbende verworpen. De rechtbank concludeert dat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting en dat de belanghebbende ook geen recht heeft op vergoeding van rente over de ingehouden dividendbelasting. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 juli 2025.