Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2024 in de zaken tussen
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Het voeren van directie, interim-management, exploitatie en beheer, alsmede het investeren in ondernemingen, het deelnemen in ondernemingen als (stille) vennoot of aandeelhouder.’
mei 2017 tot en met april 2018 is verpacht aan [bedrijf 1] BV
april 2018 tot en met april 2019 is verpacht aan [B.V. 2]
- Salarisspecificaties van 28 februari 2018 afkomstig van [bedrijf 2] en met vermelding van loonheffingennummer [Loonheffingsnummer] ;
- Salarisspecificaties van 31 maart 2018 zonder werkgeversgegevens en met vermelding van loonheffingennummer [Loonheffingsnummer] ;
- Uitdraai van aangiften loonheffingen over de tijdvakken februari en maart 2018 op naam van [bedrijf 2] onder vermelding van loonheffingennummer [Loonheffingsnummer] ;
- Een factuur aan [bedrijf 2] voor de pacht van het restaurant voor de maand februari 2018;
- Een overzicht van door [B.V. 2] ingediende aangiften loonheffingen in 2018.Schermprinten uit de systemen van de Belastingdienst waarop ten aanzien van [Ltd 1] , [Ltd 3] en [B.V. 2] onder het kopje ‘loonheffingennummer’ staat dat er geen gegevens zijn gevonden;
- Brieven van respectievelijk 7 juli 2017, 27 september 2017 en 11 juni 2018 van de Belastingdienst aan respectievelijk [Ltd 1] , [Ltd 3] en [B.V. 2] dat de betreffende vennootschap belastingplichtig is voor de belastingen die in de bijlage / op de achterzijde van die brief vermeld staan. Op de achterzijde staan telkens alleen omzetbelasting en vennootschapsbelasting en geen loonheffingen;
- Een overzicht van loonaangiften van [Ltd 3] en [B.V. 2] waarvan een uitval is geregistreerd in het systeem van de Belastingdienst.
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Zaaknummers 22/999 tot en met 22/1010, 22/1024 tot en met 22/1030
- verklaart de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar van 17 januari 2022 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar van 17 januari 2022;
- verklaart de beroepen tegen de herstelde uitspraken op bezwaar die zien op de verzuimboeten en de beslissing inzake de kostenvergoeding gegrond;
- vernietigt de herstelde uitspraken op bezwaar die zien op de verzuimboeten en de beslissing inzake de kostenvergoeding;
- vernietigt de verzuimboeten;
- verklaart de beroepen tegen de herstelde uitspraken op bezwaar voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 365 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 5.686 aan proceskosten aan belanghebbende.