ECLI:NL:RBZWB:2023:9281
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering en terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand op basis van schending van de inlichtingenplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 28 december 2023, zijn de beroepen van eisers tegen besluiten van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal (ISD) beoordeeld. Eisers, die sinds 2016 een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen, hebben bezwaar gemaakt tegen de intrekking van hun uitkering en de afwijzing van hun aanvraag voor een nieuwe bijstandsuitkering. De ISD had de uitkering ingetrokken per 1 april 2022, na een opschorting van het recht op bijstand vanwege vermeende schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet alle gevraagde bankafschriften hebben overgelegd en dat er sprake was van gokactiviteiten, wat de ISD aanleiding gaf om de uitkering in te trekken. De rechtbank oordeelde dat de ISD op goede gronden heeft gehandeld en dat de intrekking van de bijstandsuitkering terecht was. De beroepen van eisers zijn ongegrond verklaard, met uitzondering van het beroep tegen de terugvordering van de bijstandsuitkering, dat gegrond werd verklaard. De rechtbank vernietigde het besluit van de ISD over de terugvordering, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hadden op bijstand. De ISD werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers.