Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Feiten en ontstaan en loop van het geding
2.Geschil
3.Beoordeling van het geschil
4.Proceskosten
“Ik zie dat niet zo. De kwestie is nooit aan de orde geweest. Zodoende was er niet iets wat triggert om dat uit de doeken te doen. Ze kunnen mij ook vragen om een machtiging van Sinterklaas; daar ga ik ook niet op in. Een hoorzitting bij de heffingsambtenaar zou een goede weg zijn geweest om verder uit te vragen waarom ik een machtiging van belanghebbende heb overgelegd.”Uit deze en de overige verklaringen van de gemachtigde ter zitting in onderlinge samenhang bezien komt naar voren dat de gemachtigde wel wist dat de heffingsambtenaar met zijn brieven op het verkeerde spoor zat, maar dat hij om hem moverende redenen geen aanleiding zag om duidelijkheid te verschaffen dat het bezwaar is ingediend namens de feitelijk parkeerder. Deze beroepsprocedure had dus voorkomen kunnen worden indien de gemachtigde opening van zaken had gegeven.
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;