Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2024 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Datum en tijdstip van de bevinding: 1 december 2020 omstreeks 08:00 uur.
Beoordeling door de rechtbank
at all times’), Franse (‘
en permanence’) en Duitse (‘
jederzeit’) versie van dit voorschrift. In dat kader mag van eiseres worden verwacht dat de watervoorzieningen in de stal zodanig zijn, en dat zij de dieren zodanig vaak controleert, dat gewaarborgd is dat de dieren continu over voldoende drinkwater beschikken. Ook als eiseres zou worden gevolgd in haar stelling dat de welzijnsfunctionaris de schapen een uur eerder nog had gecontroleerd en had vastgesteld dat ze over drinkwater beschikten, staat vast dat de schapen in elk geval een uur later geen toegang (meer) hadden tot drinkwater. Een tijdige controle door eiseres had kunnen voorkomen dat de schapen zonder water geraakten. Louter vanwege de controle door de toezichthouders is opgemerkt dat de schapen geen toegang tot drinkwater hadden, waarna eiseres (naar gesteld) de drinkbakken weer met water heeft gevuld. Daarnaast merkt verweerder terecht op dat als het, zoals eiseres stelt, mogelijk is dat schapen de drinkwatervoorziening bij eiseres zelf kunnen afsluiten, van een adequate drinkwatervoorziening in de zin van genoemd punt 1.6 evenmin sprake is. Naar het oordeel van de rechtbank verwijt verweerder eiseres terecht dat zij de overtreding heeft begaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 19 november 2021, voor zover dat ziet op de hoogte van de boete;
- herroept het primaire besluit, voor zover dat ziet op de hoogte van de boete;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit;
- stelt de boete vast op € 2.250,-;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) het griffierecht van € 360,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling van € 437,50 aan proceskosten van eiseres.