Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 september 2022, met producties 1 tot en met 28, waarmee [gedaagde 1] c.s. door EZFZ is gedagvaard om op 23 november 2022 bij de Rechtbank Oost-Brabant, locatie Eindhoven te verschijnen;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
- de conclusie van antwoord in de incidentele vordering tot exceptie van onbevoegdheid;
- het vonnis in incident van 8 maart 2023 van de Rechtbank Oost-Brabant, locatie Eindhoven, waarmee de zaak naar deze rechtbank is verwezen;
- het betekeningsexploot van 14 maart 2023, waarmee [gedaagde 1] c.s. door EZFZ is opgeroepen om op 22 maart 2023 bij deze rechtbank te verschijnen;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 tot en met 128;
- de brief van 6 september 2023 van [gedaagde 1] c.s., die de verbetering van een aantal typefouten in de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie inhoudt;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke eis in reconventie, tevens akte overleggen producties, met producties 29 tot en met 44;
- het B16-formulier van 4 oktober 2023 van [gedaagde 1] c.s., dat inhoudt dat mr. B.G. Arends ook als behandelend advocaat aan de zijde van [gedaagde 1] c.s. tijdens de mondelinge behandeling aanwezig zal zijn;
- het B16-formulier van 6 oktober 2023 van [gedaagde 1] c.s., dat inhoudt dat [gedaagde 1] c.s. ook de ontbinding inroept van de borgtochtovereenkomsten wegens een (toerekenbare) tekortkoming in de nakoming;
- de mondelinge behandeling van 12 oktober 2023;
- de spreekaantekeningen van mr. De Wit;
- de spreekaantekeningen van mr. Bonaparte.
2.De beoordeling
ten hoogstetwaalf maanden na de dag waarop het onder de financieringen uitstaande bedrag opeisbaar is geworden en na uitwinning van het eerste pandrecht op de voorraden (zie bijvoorbeeld artikel 12 lid 3 van de overeenkomst van voorraadfinanciering). Van een verplichting voor EZFZ om [gedaagde 1] c.s. een uitwinningsrecht van twaalf maanden te bieden, is dan ook geen sprake. Daar komt bij dat [gedaagde 1] c.s. begin 2022 zelf een WHOA-traject in gang heeft gezet voor de [naam groep] . In dat kader was sprake van een afkoelingsperiode op grond van artikel 376 Fw. Door de afkoelingsperiode kon EZFZ de aan haar verpande voorraden van de [naam groep] niet uitwinnen; [gedaagde 1] c.s. kon dat wel en hij heeft dat ook gedaan. Dat had tot gevolg dat een deel van de aan EZFZ verpande voorraad van de [naam groep] werd verkocht, terwijl [gedaagde 1] c.s. daartegenover geen aanvullende zekerheid aan EZFZ verstrekte. Na het faillissement van de [naam groep] op eigen aanvraag nam de curator de exploitatie van de [naam groep] over en de curator heeft uiteindelijk een biedingstraject voor de [naam groep] opgezet. Zelfs als aan [gedaagde 1] c.s. een uitwinningsrecht van twaalf maanden zou toekomen, had EZFZ door het WHOA-traject en het daarop volgende faillissement in de praktijk geen mogelijkheid om [gedaagde 1] c.s. dat uitwinningsrecht te bieden. Dat was gelet op de omstandigheden van het geval niet aan EZFZ toe te rekenen, maar aan [gedaagde 1] c.s. zelf, althans het komt voor zijn risico. [gedaagde 1] c.s. kan dit dan ook niet aan EZFZ tegenwerpen. Datzelfde geldt voor het feit dat EZFZ tijdens het biedingstraject met de curator heeft onderhandeld over de verkoop van de voorraad van de [naam groep] (zie hiervoor in overweging 2.6.). Het was aan de curator en de rechter-commissaris in het faillissement van de [naam groep] om te beoordelen of het bod van EZFZ voor de voorraad van de [naam groep] acceptabel was. Kennelijk was dit het geval en had geen enkele andere partij een beter bod dan EZFZ gedaan. Anders valt immers niet te verklaren dat de curator met EZFZ in zee is gegaan en dat de rechter-commissaris daar toestemming voor heeft gegeven. EZFZ heeft overeenkomstig het uitwinningsrecht en het belang van [gedaagde 1] c.s. gehandeld door een zo goed mogelijk bod voor de voorraad uit te brengen. Wat EZFZ vervolgens met die voorraad heeft gedaan, is irrelevant.