Uitspraak
gevestigd te Bergen op Zoom,
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
Op die grond oordeelde het hof in rov. 6.4.1 dat de grieven 2 en 3 geen doel treffen; blijkens de vaststelling van het hof in rov. 3.2.5 van het tussenarrest kwam grief 2 op tegen de verwerping door de rechtbank van het verweer dat ABN AMRO in strijd met haar zorgvuldigheidsverplichting heeft gehandeld, en was grief 3 gericht tegen de afwijzing door de rechtbank van de vordering van Wave tot ontbinding en tot schadevergoeding. Aangezien ook de overige grieven geen succes hadden, heeft het hof het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd.
In zodanig geval zijn ingevolge zojuist genoemd artikellid de bepalingen omtrent wederkerige overeenkomsten van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet. Mits aan de overige voorwaarden is voldaan, kan een dergelijke rechtsbetrekking derhalve in beginsel op grond van art. 6:265 BW geheel of gedeeltelijk ontbonden worden (zie ook zojuist vermeld arrest). In zodanig geval kan derhalve bij een tekortkoming van de schuldeiser, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, de borg door middel van ontbinding geheel of gedeeltelijk bevrijd worden van de op hem rustende verbintenis.
4.Beslissing
15 juni 2018.