ECLI:NL:HR:2000:AA5169
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- A. Heemskerk
- J. Jansen
- M. de Savornin Lohman
- K. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitvoerbaarheid bij voorraad van kostenveroordeling in civiele procedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 maart 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen ARTURO RIVA B.V. en Oracle Trade Supply B.V. De zaak betreft een geschil over een vordering tot betaling van een aanzienlijk bedrag door Riva aan Oracle, waarbij Riva ook [verweerder] aansprakelijk stelt. Riva had in eerste instantie bij de Rechtbank te Rotterdam een vordering ingesteld tegen Oracle en [verweerder] voor een bedrag van ƒ 1.567.473,92, vermeerderd met rente. De Rechtbank heeft Riva in het gelijk gesteld en Oracle veroordeeld tot betaling van ƒ 1.050.000,--. Oracle en [verweerder] hebben hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd en hen niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun vordering in reconventie. Het Hof heeft hen ook veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.
Tegen deze uitspraak hebben [verweerder] en Oracle cassatie ingesteld. Riva heeft een incidentele conclusie tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad ingediend, die door de Advocaat-Generaal werd ondersteund. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat Riva belang heeft bij de uitvoerbaarverklaring van de kostenveroordeling, ondanks de bezwaren van [verweerder]. De Hoge Raad heeft de incidentele vordering van Riva toegewezen en de kosten van het incident aan [verweerder] opgelegd. Dit arrest bevestigt de hoofdelijkheid van de aansprakelijkheid voor de proceskosten en de mogelijkheid voor de schuldeiser om te kiezen van wie hij nakoming verlangt.