In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de jaaropgave van de bijstandsuitkering over 2019, maar dit bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres stelde dat zij te weinig bijstand had ontvangen en dat de jaaropgave niet correct was. De rechtbank oordeelde dat een jaaropgave geen rechtsgevolg heeft en dus niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verwees het beroep tegen het besluit van verweerder ter behandeling als bezwaar terug naar verweerder, omdat er mogelijk nieuwe feiten of omstandigheden naar voren kunnen komen in bezwaar. De rechtbank vernietigde ook het besluit van verweerder om geen dwangsom toe te kennen, omdat de aanvraag niet kennelijk ongegrond was. De rechtbank stelde de verbeurde dwangsom vast op € 857 en veroordeelde verweerder tot vergoeding van de proceskosten van eiseres. De uitspraak is gedaan zonder zitting, als gevolg van de coronamaatregelen.