ECLI:NL:CRVB:2018:2854
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar jaaropgave bijstand
Op 11 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. Appellant, die sinds 4 juli 2003 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen de jaaropgave 2015 die hem door het college was verstrekt. Het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de jaaropgave niet gericht was op rechtsgevolg en derhalve geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank Noord-Holland had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerde appellant aan dat de bedragen in de jaaropgave onjuist waren en gebaseerd op onrechtmatige inhoudingen door het college. Hij stelde dat belastingvrije giften van zijn moeder niet in aanmerking hadden mogen worden genomen bij de vaststelling van zijn recht op bijstand. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de jaaropgave slechts feitelijke informatie bevatte en dat er geen bezwaar openstond tegen deze informatie. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.
De uitspraak werd gedaan door M. ter Brugge, met J.M.M. van Dalen als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 september 2018. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.