Uitspraak
[belanghebbende I] , te [vestigingsplaats] , belanghebbende I,
[belanghebbende II] , te [vestigingsplaats] , belanghebbende II,
de inspecteur van de Belastingdienst/MKB kantoor Groningen, de inspecteur
Inleiding
Feiten
“Doel van het bezoek
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat u leveringen verricht aan ondernemingen waarvan in het land van registratie van die onderneming meermaals is vastgesteld dat sprake is van zogenaamde “ploffers”. Dit zijn ondernemingen die niet voldoen aan hun fiscale verplichtingen. Er bestaat in dit verband een sterk vermoeden van intracommunautaire btw-(carrousel)fraude. Zoals telefonisch met u besproken is, willen we als Belastingdienst met u een gesprek voeren over de administratieve inrichting met betrekking tot de buitenlandse transacties.
Hierbij deel ik u mede dat uit onderzoek naar voren is gekomen dat u leveringen verricht aan ondernemingen waarvan in het land van registratie van die ondernemingen meermaals is vastgesteld dat sprake is van zogenaamde “ploffers”.”
Hierbij deel ik u mee dat uit onderzoek naar voren is gekomen dat u mogelijk leveringen heeft verricht aan ondernemingen waarvan in het land van registratie van die ondernemingen is vastgesteld dat zij niet voldoen aan hun fiscale verplichtingen.”
“3 Waarschuwingsbrief
Tijdens het bezoek is een brief uitgereikt en besproken over intracommunautaire btw-fraude met daarin tevens de vraag nieuwe afnemers te melden. De invulling van de bijgevoegde brief wijkt tekstueel af van de tijdens het bezoek verstrekte brief. De strekking van de brief is echter niet afwijkend. De inhoud van de brief is besproken.
“Buitenlandse klant, wat nu....... ?
Richtlijnen aanmaken nieuwe buitenlandse firma (binnen de EU):
Wat te doen bij het verkopen van een auto naar het buitenland.
Wat te doen bij het afhalen van auto’s door derden.
Wat te doen bij het afhalen van auto’s door een vrachtwagen.
2x trailer[T7] ” volgt dat er verrekeningen van door [K15] en [K21] te betalen bedragen voor de levering van auto’s hebben plaatsgevonden. Bij deze buitenlandse bedrijven is [T7] betrokken. Uit een in de administratie van belanghebbende II afkomstig Word-document (pagina 114) volgt dat er verrekeningen van door de buitenlandse bedrijven [K21] en [K22] te betalen bedragen voor de levering van auto’s hebben plaatsgevonden. Ook hier is [T7] bij deze buitenlandse bedrijven betrokken. Uit een e-mailbericht van een medewerker van belanghebbende II met als onderwerp “
Verrekenen ‘ [Q] ’ [T1]” (pagina 126) volgt dat er verrekeningen van door [K28] en [K27] te betalen bedragen voor de levering van auto’s hebben plaatsgevonden. Bij deze twee buitenlandse bedrijven is [T1X] betrokken.
“4.1. Achtergrond / algemene informatie over [T20]
“3.1. Kasanalyse
- datum;
- omschrijving;
- ontvangst of uitgave.
opgenomen
Rechtbank: Op de ruggen van de vijf getoonde mappen staat respectievelijk vermeld:
Rechtbank: Op de ruggen van de zes getoonde mappen staat respectievelijk vermeld:
[T444]Gekocht
[T444]opgehaald + CMR
[T444]
Rechtbank: Op de ruggen van de zes getoonde mappen staat respectievelijk vermeld:
[W1] : Oke, en nog iets over het nieuwe bedrijf, dat is een bouwbedrijf of zo, dat is geen bedrijf met auto’s of zo. Hebben ze/jij zelf gekeken naar het bedrijf?
[W2] : [T5] , haben sie auch neue email gemacht fur deine firma?
[W2] : [T444] , haben sie auch eine neue email fur deine neue firma?
com
[T4] [T4A] : [L] @icloud. com
[W2] : (drie afbeeldingen) van e-mails die [W2] heeft verzonden aan de e-maildressen [K23] @outlook. [buitenland 1] (1x) en [K32] @hotmnail.com (2x), met als inhoud lijsten van voertuigen met daarbij het kenteken en netto prijzen.
[W2] : Hallo gutemorgen [T5] .
Nieuwe BV van [T5]” staat geschreven:
Vanaf maandag 30-01-2017 gaat deze nieuw BV in.
[W1] zegt tegen [W3] “: "Eigenlijk wordt er van ons verwacht .. let op hè... wij verkopen een auto naar [K25] ... we weten dat bepaalde afnemers zitten in [hoofdstad 1] ..dan moeten we die gaan verifiëren en dan zien we een auto van ons, die in plaats van 180 80 heeft gelopen. En dan moeten we eigenlijk niet meer verkopen aan die ene klant. Dat slaat nergens op. Je moet de auto haast volgen tot aan de eindgebruiker. lk denk gewoon, of die [T5] of [T20] of weet ik veel wat .. als je drie auto's in de week aan ze verkoopt is niet erg.
[W1] : Maar hoe gaat het nu met [T25] [fon] of heb je niets gehoord?
[W1] vraagt hoe het nieuwe bedrijf van [T444] heet.
Er worden auto's verkocht aan [T23] of [T20] . Zij verkopen ook niet meer op hun vorige bedrijf, dus ik vraag naar het nieuwe bedrijf.”.
[W1] : [K24] ist ungultig
[W1] : Morgen
[W1] : ja we zitten gewoon, van begin van het jaar hebben we dan ook weer een fiscalist
Beoordeling door de rechtbank
42. Het Hof heeft verder vastgesteld dat het sinds de afschaffing van de controle aan de grenzen tussen de lidstaten voor de belastingautoriteiten moeilijk is om te verifiëren of de goederen het grondgebied van de betrokken lidstaat al dan niet fysiek hebben verlaten. Als gevolg daarvan controleren de nationale belastingautoriteiten hoofdzakelijk aan de hand van de door de belastingplichtigen verstrekte bewijzen en verklaringen (reeds aangehaalde arresten Teleos e.a., punt 44, en Twoh International, punt 24).
56. In het bijzonder kunnen het uitblijven van een btw-aangifte en het niet-voeren van een boekhouding – die anders de toepassing van de btw en de controle daarop door de fiscus mogelijk zouden maken –, alsook het niet-registreren van de opgemaakte en betaalde facturen, beletten dat de belasting juist worden geheven, waardoor de goede werking van het gemeenschappelijke btw-stelsel in het gedrang komt. Derhalve staat het Unierecht er niet aan in de weg dat de lidstaten dergelijke verzuimen als belastingfraude beschouwen en in dergelijke gevallen recht op aftrek weigeren te verlenen (zie naar analogie arrest van 7 december 2010, R., C-285/09, EU:C:2010:742, punten 48 en 49).”
van[K4] , terwijl belanghebbenden het SCAC-verzoek ten onrechte opvatten als betrekking hebbend op ICV’s ter zake van leveringen door [A] B.V.
aan[K4] . Voor het overige hebben belanghebbenden het standpunt van de inspecteur dat hij heeft onderbouwd met vele stukken, waaronder de uitkomsten van veel SCAC-verzoeken en derdenonderzoeken, slechts ongemotiveerd betwist. De rechtbank acht daarom aannemelijk dat zowel de buitenlandse bedrijven als de autohandelaren geen ICV’s hebben aangegeven met betrekking tot de bij [A] B.V. en belanghebbende II gekochte exportauto’s en dat daarmee sprake is van fraude in de zin van het bij 5.5. vermelde arrest Astone. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee de door de inspecteur beschreven fraude in de keten voldoende komen vast te staan.
volledigedossier, oordeelt de rechtbank, onder verwijzing naar het arrest Ispas [54] als volgt. In dit arrest is onder meer overwogen:
121. Er is dus geen recht van inzage in het volledige dossier, maar wel van toegang tot de belangrijkste informatie of documenten die de grondslag voor het administratieve besluit vormen. Verder deel ik met betrekking tot het temporele aspect van de omvang van de informatie, het standpunt van de Commissie, dat de fase van het onderzoek waarin informatie werd verzameld onderscheiden dient te worden van de fase op tegenspraak. Voor zover zulke documenten niet de grondslag van een besluit vormen, zie ik geen grond voor een Unierechtelijke verplichting om toegang te geven tot alle documenten en informatie die al tijdens de onderzoeksfase werden verzameld, zelfs wanneer de in die voorfase verzamelde informatie kan hebben bijgedragen tot de vaststelling van de voorgestelde wijziging van de aanslag.