ECLI:NL:RBMNE:2025:717
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een bijstandsuitkering ontving, en Werk en Inkomen Lekstroom, de verweerder. Eiseres ontving de uitkering naar de norm voor een alleenstaande ouder, maar heeft verzuimd om tijdig te melden dat zij samenwoonde met haar partner, die de kinderen van eiseres heeft erkend. Dit leidde tot de intrekking van de uitkering per 17 juli 2023 en een terugvordering van € 6.911,44 over de periode van 17 juli 2023 tot en met 31 januari 2024, alsook een boete van € 385,14. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de intrekking en terugvordering terecht zijn. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden door niet tijdig melding te maken van haar samenwoning, wat een onweerlegbaar rechtsvermoeden van een gezamenlijke huishouding met zich meebracht. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij recht had op bijstand naar de norm voor gehuwden, en de rechtbank heeft geen dringende redenen gezien om van terugvordering af te zien. De opgelegde boete is ook in stand gebleven, omdat de schending van de inlichtingenplicht niet als verwijtbaar kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft de beroepen van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.