ECLI:NL:CRVB:2024:1043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op grond van de Participatiewet bij verblijf langer dan vier weken buiten Nederland
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand op basis van de Participatiewet (PW) voor appellanten die langer dan vier weken buiten Nederland verbleven. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen zeer dringende redenen zijn om bijstand te verlenen, ondanks de claims van appellanten dat zij in een acute noodsituatie verkeerden door besmetting met het coronavirus en reisbeperkingen. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat het dagelijks bestuur terecht heeft gesteld dat appellanten niet in behoeftige omstandigheden verkeerden die alleen met bijstand konden worden verholpen. De Raad wijst erop dat appellanten hulp van familie hebben ontvangen en niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij essentiële medische zorg of levensonderhoud ontbeerden. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 11 januari 2023 wordt bevestigd, en de intrekking van de bijstand blijft in stand. Appellanten krijgen geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht.