ECLI:NL:CRVB:2019:1365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- D.L.J. Martens
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens gezamenlijke huishouding en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op 16 april 2019 in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, een alleenstaande ouder en haar partner, ontvingen bijstand naar de norm voor alleenstaande ouders. De gemeente Almere heeft echter vastgesteld dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, wat leidde tot intrekking van de bijstand en terugvordering van eerder verstrekte bijstandsbedragen. De Raad heeft vastgesteld dat appellanten gedurende de relevante periode hun hoofdverblijf op hetzelfde adres hadden en dat de appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door deze gezamenlijke huishouding niet te melden. De Raad oordeelde dat de gemeente voldoende bewijs had geleverd voor de gezamenlijke huishouding en dat de terugvordering van de bijstandsuitkering gerechtvaardigd was. De appellanten hebben in hoger beroep betoogd dat zij geen inkomsten hebben verzwegen en dat het college niet heeft aangetoond dat het teruggevorderde bedrag daadwerkelijk aan appellante is betaald. De Raad heeft deze argumenten verworpen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.