In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, ASP Adventure B.V., tegen de definitieve berekening van de tegemoetkoming onder de Eerste tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW-1). Eiseres had op 6 april 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming voor de maanden maart, april en mei 2020. De minister kende een voorschot van € 67.280,- toe, gebaseerd op een verwacht omzetverlies. Na de definitieve berekening op 24 juni 2021 bleek dat eiseres recht had op een lagere tegemoetkoming van € 30.095,-, waardoor zij € 23.728,- moest terugbetalen. Eiseres was het hier niet mee eens en stelde dat haar gemachtigde een fout had gemaakt bij het invullen van de aanvraag, waardoor de meetperiode onjuist was vastgesteld.
De rechtbank oordeelt dat de fout van de gemachtigde voor rekening van eiseres komt. De NOW-1 regeling staat geen wijzigingen in de aanvraag toe na indiening. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat het belang van een werkgever om achteraf een gunstiger positie te verkrijgen niet opweegt tegen de belangen van de regeling. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het besluit van de minister in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.