1.2Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiseres een tegemoetkoming toegekend van € 18.227,-. Hiervan wordt € 14.583,- als voorschot uitbetaald. Voornoemde bedragen zijn berekend op basis van het verwachte omzetverlies over de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020. Verweerder is daarbij uitgegaan van de loonsom in het aangiftetijdvak januari 2020. Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het niet mogelijk is om een aanvraag na afgifte van het primaire besluit aan te vullen of te wijzigen. Het nadien wijzigen van de periode waarover verzocht is om een tegemoetkoming, wordt gelijkgesteld met het indienen van een nieuwe aanvraag. De NOW 1.0 biedt deze mogelijkheid niet. De NOW 1.0 is immers een noodmaatregel die opgesteld is om verweerder de mogelijkheid te bieden om in korte tijd een grote hoeveelheid aanvragen te beoordelen. De mogelijkheid om een aanvraag later te wijzigen of aan te vullen zou de uitgangspunten van de NOW 1.0 in gevaar brengen. Het is daarom niet mogelijk om af te wijken van de regeling. Dit betekent dat de aanvangsdatum van de meetperiode naar aanleiding van het bezwaar niet wijzigt en 1 april 2020 blijft.
3. In beroep herhaalt eiseres dat in de aanvraag abusievelijk 1 april 2020 als aanvangsdatum van de meetperiode is vermeld in plaats van 1 maart 2020. De boekhouder heeft bij het invullen van het aanvraagformulier over het hoofd gezien dat over de maand maart 2020 ook al sprake was van fors omzetverlies, omdat het restaurant op last van de overheid op 15 maart 2020 is dichtgegaan. Nadat eiseres kennisnam van het primaire besluit heeft zij direct contact opgenomen met verweerder om aan te geven dat de gekozen meetperiode april tot en met juni niet juist is en dat het de bedoeling was om een tegemoetkoming aan te vragen over de meetperiode maart tot en met mei. Er is daarmee geen sprake van het achteraf kiezen voor een voordelige(re) meetperiode. Toen het verzoek tot aanpassing in april werd ingediend, moest immers nog blijken wat de omzetdaling over de desbetreffende maanden zou zijn. Er is ook geen sprake van een verzoek tot wijziging dat gelijkgesteld moet worden met het indienen van een nieuwe aanvraag. Het is slechts een verzoek tot aanpassing als gevolg van een vergissing. De NOW 1.0 is bedoeld om werkgevers te compenseren voor een aantoonbare omzetdaling. Uit de regeling volgt niet dat het niet mogelijk is om een tijdig gemelde kennelijke vergissing te herstellen. Het betreft namelijk enkel een administratieve wijziging. Ter onderbouwing van haar beroep heeft eiseres twee berekeningen van de hoogte van de tegemoetkoming verstrekt. In de eerste berekening is de periode maart tot en met mei als meetperiode gehanteerd en in de tweede berekening de periode april tot en met juni. De eerste berekening resulteert in een hogere tegemoetkoming. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres tegen die achtergrond benadrukt dat het belang van haar beroep dan ook is gelegen in de gunstiger uitkomst voor de uiteindelijke toekenning, indien bij de berekening een aanvangsdatum van 1 maart 2020 wordt gehanteerd.
4. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.
5. Ingevolge artikel 4 van de NOW 1.0, voor zover hier van belang, kan de Minister aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 20%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020.
Ingevolge artikel 8, derde lid, van de NOW 1.0 kan de werkgever eenmaal per loonheffingennummer een subsidieaanvraag indienen.
Uit het vierde lid, sub c, volgt dat in de subsidieaanvraag in ieder geval vermeld wordt in welke aaneengesloten periode van drie kalendermaanden binnen de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020 de werkgever een omzetdaling verwacht.
6. De rechtbank stelt vast dat het geschil enkel betrekking heeft op de aanvangsdatum van de meetperiode. Partijen houdt verdeeld de vraag of deze aanvangsdatum naderhand nog gewijzigd kan worden.