Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 29 december 2021;
- een brief van de officier van justitie, ingekomen op 7 januari 2022;
- het bericht van de ambtenaar, ingekomen op 31 januari 2022;
- het bericht van betrokkene, ingekomen op 1 maart 2022;
- het F9-formulier van 31 maart 2022.
2.De feiten
3.Het verzoek
- om aan de geboorteakte een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
- te bepalen dat de voornamen van betrokkene gewijzigd worden in de voornamen [nieuwe voornamen 1] ;
- om aan de geboorteakte een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ zal zijn;
- te bepalen dat de voornamen van betrokkene gewijzigd worden in de voornamen [nieuwe voornamen 2] .
4.De beoordeling
family life) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) zou ontzegging van een geslachtsregistratie overeenkomstig de innerlijke overtuiging in strijd met dit artikel zijn. In 2003 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) reeds bevestigd, dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 EVRM vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt (EHRM 12 juni 2003, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897, Van Kück tegen Duitsland).