In deze zaak heeft verzoekster de Rechtbank Noord-Nederland verzocht om de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten haar oorspronkelijke geboorteakte te doorhalen en een nieuwe geboorteakte op te maken. In de nieuwe akte moet worden opgenomen dat het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld. Verzoekster heeft aangetoond dat zij lijdt aan genderdysforie en dat zij de overtuiging heeft dat zij noch man noch vrouw is. Ondanks het feit dat er geen wettelijke basis voor het verzoek aanwezig is, heeft de rechtbank besloten het verzoek toe te wijzen, met verwijzing naar een eerdere uitspraak van de Rechtbank Limburg van 28 mei 2018. Daarnaast is ook het verzoek tot wijziging van de voornamen toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een ambivalent geslacht en dat haar overtuiging over haar geslacht legitiem is. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte van verzoekster te doorhalen en in de nieuwe akte op te nemen dat het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld. Tevens is de ambtenaar gelast om de voornamen van verzoekster te wijzigen, zodat deze aansluiten bij haar genderneutrale identiteit. De beslissing is genomen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman en is op 24 juli 2019 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier W. Slomp.