In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geboorteakte en voornaamswijziging van verzoeker, die zich niet identificeert met een gender. Verzoeker, bijgestaan door advocaat mr. K.S.M. Smienk, heeft verzocht om de geboorteakte te verbeteren zodat het geslacht als 'niet is kunnen worden vastgesteld' wordt vermeld. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 1:19d van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om in gevallen van twijfel over het geslacht een dergelijke vermelding te maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker lijdt aan genderdysforie en dat de huidige wettelijke regeling niet meer aansluit bij de hedendaagse opvattingen over genderidentiteit. De rechtbank heeft geoordeeld dat het individuele belang van verzoeker bij juridische erkenning van diens genderidentiteit zwaarder weegt dan het algemeen belang bij handhaving van de huidige wetgeving. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verbetering van de geboorteakte toegewezen.
Daarnaast heeft verzoeker verzocht om wijziging van de voornaam naar een genderneutrale naam. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker een zwaarwegend belang heeft bij deze wijziging, aangezien verzoeker zich niet identificeert met een gender en de gevraagde voornamen geoorloofd zijn volgens de wet. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de voornaam toegewezen en gelast dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte zal verbeteren en de nieuwe voornamen zal registreren. Het subsidiaire verzoek van verzoeker is afgewezen, omdat de primaire verzoeken zijn toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.