ECLI:NL:RBDHA:2024:19555
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen voor bijstandsuitkering na intrekking; onduidelijkheid over inhoud van kluis
In deze zaak hebben eisers, een tweetal uit [woonplaats], beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvragen voor bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De aanvragen werden afgewezen op basis van de stelling dat eisers onvoldoende informatie hebben verschaft over de inhoud van een kluis die op naam van eiseres stond. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 22 oktober 2024 en op 28 november 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvragen terecht was, omdat eisers niet konden aantonen dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die rechtvaardigden dat zij opnieuw in aanmerking kwamen voor bijstand. De rechtbank benadrukte dat de onduidelijkheid over de inhoud van de kluis, die een verzekerde waarde had van € 90.000,-, van belang was voor het vaststellen van het recht op bijstand. De rechtbank concludeerde dat eisers niet voldoende bewijs hadden geleverd om aan te tonen dat zij recht hadden op bijstandsuitkering en verklaarde het beroep ongegrond.