ECLI:NL:RBDHA:2023:8706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot uitzetting naar Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Marokkaanse nationaliteit houder, was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het beroep op 9 juni 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de Staatssecretaris zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 21 april 2023. De toetsing richtte zich op de vraag of de maatregel sindsdien nog steeds rechtmatig is. Eiser stelde dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting, aangezien de aanvraag voor een laissez-passer (lp) al vier maanden geleden was ingediend zonder dat er zicht was op een uitzettingsdatum. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende inspanningen heeft geleverd, waaronder het indienen van meerdere lp-aanvragen en het voeren van een vertrekgesprek met eiser.
De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is. Eiser heeft niet actief meegewerkt aan zijn terugkeer, wat ook een rol speelt in de beoordeling van de voortvarendheid van de Staatssecretaris. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.