Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag indiende in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. Eiser stelde dat Italië niet langer in staat is om zijn asielaanvraag adequaat te behandelen, verwijzend naar recente nieuwsberichten en uitspraken van andere rechtbanken. De rechtbank oordeelde echter dat Italië in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek en dat er geen aanleiding was om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser slaagde er niet in om aan te tonen dat er in zijn specifieke geval redenen waren om aan te nemen dat Italië zijn verplichtingen niet zou nakomen.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen noodzaak was om de asielaanvraag van eiser onverplicht aan zich te trekken. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.